Natuur met kerst (1): konijnen
Een serie van vier podcasts over zaken uit de natuur die met kerst verbonden zijn. Als eerste hebben we het over konijnen. En ja, dan hebben we het over het kerstdiner. Want als konijn dan vooral met kerst. Daarom werden vroeger in veel huishoudens konijnen gehouden, vooral op het land. Nu leven er naar schatting een miljoen konijnen in Nederland als huisdier, als flappie zogezegd. Het is te hopen dat dat niet eenzaam in een houten hok is, want dat heeft weinig van doen met de natuurlijke levenswijze.
Samen met hazen en fluithazen vormen konijnen een oude en geheel aparte groep onder de zoogdieren. Kenmerk is de dubbele tandenrij, in de bovenkaak. Door deze dubbeltandigheid, zo was de vroegere latijnse benaming voor de extra stifttanden achter de snijtanden, zijn ze gespecialiseerd in het knagen van wortels en andere plantendelen , maar ook, vooral in de winter, van bast. Ze gaan heel zuinig met hun voedsel om, ze hun verse mest nog een extra keer op voor een optimale vertering. Ze hebben sterke achterpoten, waarmee ze grote sprongen kunnen maken. Op de vlucht slaan hazen daarbij haken, terwijl konijnen meer zig-zag specialisten zijn.
Konijnen zijn gezellige dieren, leven graag in familieverband in burchten, grotere holenstelsels het liefst in zandige grond. De jongen, van 1 tot 9 stuks, zijn de eerste tien dagen geheel hulpeloos, kaal en blind, en toegedekt onder dons in de nestgang. Eénmaal per dag werken ze zich vrij, en kort daarop racet de moeder het nest in. Dan is het zo snel mogelijk een tepel te pakken krijgen, want na een minuut is de moeder weer weg, tot de volgende dag! Voor de laatste ijstijd kwamen al konijnen voor in Spanje (die naam betekende ooit konijnenland), en daarna hebben ze zich steeds weer over de rest van Europa uitgebreid, het laatst in de middeleeuwen.
Landbouwers hebben in 1953 een Zuid-Amerikaans virus ingevoerd, myxomatose, en daardoor zijn de konijnen bij ons haast verdwenen. Maar moeizaam heeft een deel zich weten te redden, door toenemende resistentie. In 1984 kwam er een volgende klap door RHD, een viraal hepatitis uit China. De populatie is de laatste 20 jaar met 75% afgenomen. Vooral in duingebieden levert dat problemen op, konijnen hielpen daar de vegetatie kort te houden. Hazen hebben weer andere problemen. Die zijn niet gevoelig voor myxomatose, maar hebben veel last van de steeds kalere en grootschaliger landbouw. Hazen leven op hun eentje in een hazenleger op het veld, in greppels van kleinschalig grasland en akkerranden. Er is steeds meer jongen-sterfte. Hazenjongen zijn nestvlieders en zijn vanaf dag 1 op zich zelf gesteld (de moeder komt wel dagelijks even langs voor een zoogbeurt natuurlijk). Al met al loopt de hazenstand mede door gif en parasieten fors terug.
Konijnenfok en jacht
In Europa worden meer dan 330 miljoen vleeskonijnen gehouden. Na het ‘vleeskuiken’ is het konijn het meest gehouden dier. Driekwart daarvan bevinden zich in Italië, Frankrijk Polen en Spanje. In Nederland fokken 35 bedrijven zo’n 300.000 konijnen per jaar. Die gaan voor de slacht naar het buitenland. Maar we eten met zijn allen minstens tienmaal zo veel konijnenvlees, en dus is er invoer nodig, vooral uit Hongarije en China. De (kooi)omstandigheden waaronder al die konijnen gehouden worden zijn niet om over naar huis te schrijven, niet in Nederland maar zeker ook niet in het buitenland. Vergeleken met de fok stelt de jacht in ons land niet zo veel voor. In het jachtseizoen, dat loopt van 15 augustus tot 1 februari, worden in Nederland minder dan 30000 wilde konijnen geschoten.
“Konijn in een roomsaus”
Een feestelijk kerstdiner heeft meerdere functies. Het jaar gaat tegen het einde en familie en vrienden ontmoeten elkaar om het jaar genoeglijk af te sluiten. Een bijzondere maaltijd kan daar aan bijdragen. Maar de kok moet de klus makkelijk kunnen behappen. Het is immers wel zo leuk als ook zij of hij van de avond kan genieten.
Dus in drie december-podcasts drie makkelijke, maar niet algemene menu-suggesties, passend bij de podcast. Achtereenvolgens: “Konijn in een roomsausje”, “Ree-Goulash” en voor de niet vleeseters een heerlijk “Noten-taart met ovengroenten”.
Alle gerechten zijn goed voor te bereiden en hoeveelheden zijn voor 4 personen, maar dat kan natuurlijk makkelijk opgeschaald worden. Het is altijd beter een nieuw gerecht eerst een keer voor jezelf te koken. Dat maakt het op de dag van het bezoek wel zo ontspannen. Voor allen die met familie en vrienden gezellig gaan eten – of het nu deze, of andere gerechten zijn: eet smakelijk en goede feestdagen! Konijn in roomsaus:
Vooraf past heel goed een eenvoudige bouillon, bijvoorbeeld uit een gekochte kalfs-fond, waaraan vermicelli en gehakte bieslook wordt toegevoegd. Achteraf bv. ijs met hete kersen of frambozen.
Voor het “Konijn in een roomsausje” is een braadpan, een Dutch Oven handig, maar elke grote vlakke pot met deksel die in de oven kan is ook goed.
Voorbereidingstijd ca. 15 min; oventijd 80 tot 90 min/
Ingrediënten
1 konijn, keuken klaar in stuken of 4 konijnenbouten
200 ml groentebouillon
150 g vet spek (biologisch)
400 ml slagroom
mosterd, mild of regular
zout en peper
een snufje suiker (of zoetstof)
Voorbereiding
(Als het eten dezelfde dag klaar moet zijn : de oven op 200 graden (hete lucht) voorverwarmen.)
De konijnenstukken met mosterd inwrijven en met zout en peper kruiden.
Het spek in kleine blokjes (~1/2cm) snijden en in de pan op laag vuur het vet uitbraden.
Het vuur hoog zetten en de konijnstukken bijvoegen. Krachtig van alle kanten aanbraden.
Hebben de konijnstukken een mooie kleur dan met groentebouillon blussen.
TOT HIER ZOU MEN AL EEN DAG VAN TEVOREN KUNNEN VOORBEIDEN, dan de pan tot de volgende dag met deksel koel zetten
De pan met deksel erop in de voorverwarmde oven (200 graden, hete lucht) schuiven.
Na ongeveer ½ uur 200ml slagroom bij gieten. Na een verdere ½ uur nog een keer 200ml. Evt. nog iets water bij voegen.
Wie het vlees iets bruiner wil kan nog voor 10min de deksel eraf halen. Met een dun mesje gaarheid testen. De pan uit de oven halen, de saus op smaak brengen.
Dit gerecht past goed bij gekookte aardappelen en rode kool en of spruitjes (spruitjes tip: niet in water koken, maar in iets olie met boter langzaam gaar baken, amandelschilfers overheen strooien, met zout peper een iets noot muskaat op smaak brengen.)
Share this post