Biologen die het inwendige van vaak doorzichtige cellen onder de microscoop wilden bekijken zaten altijd met een dilemma. De lichtgolven die door de cel heen gaan vertraagden wat en dat leverde daarmee geen duidelijk beeld van het binnenste van de cel op. Om wel iets te kunnen zien moesten ze die cellen kleuren. Maar daarmee doodden ze die zelfde cellen. Dus wat er in een levende cel gebeurde bleef verborgen.
Een professor uit Groningen loste dat probleem in 1930 op. Door een heel dun glasplaatje waarin kleine streepjes ge-etst waren, in de microcoop te zetten wist hij de doorgaande lichtstralen te versterken. En daarmee verhoogde hij het contrast tussen de verschillende bestanddelen van de levende cel. Nu konden we bijvoorbeeld ineens zien hoe een levende cel zich deelt en spoellichaampjes er voor zorgen dat de chromosomen zich keurig verdelen en de kernen vormen van de twee nieuw ontstane cellen. Het duurde nog 23 jaar voor Frits Zernike voor deze ontdekking, die bekend werd als de fasecontrastmicroscoop en de celbiologie revolutioneerde, beloond werd met een Nobelprijs.
Tien jaar eerder was hij al heel jong benoemd als hoogleraar theoretische natuurkunde. Hij had toen zijn voetsporen al verdiend in de scheikunde en als assistent van de sterrenkundige Kapteyn. Als hoogleraar stond hij bekend als een theoreticus die wiskundige oplossingen voor praktische problemen vond. Daar kwam bij dat hij een reputatie als knutselaar had, die altijd bezig om apparaten in elkaar te zetten en te verbeteren. Dat leidde onder andere tot een verbeterde galvanometer waarmee met een veel grotere precisie de sterkte van magneetvelden kon worden gemeten. Ook maakte hij berekeningen waarmee afwijkingen in lenzen konden worden opgespoord (de zgn. Zernike-polynomen), een toepassing die tot op de dag van vandaag wordt toegepast, onder andere in de apparatuur die chip-machine fabrikant ASML ontwerpt. De publieke bekendheid van Zernike nam na zijn overlijden in 1966 af, ondanks de vele onderscheidingen die hij in zijn leven naast zijn Nobelprijs gekregen heeft. Des te mooier dat de Rijksuniversiteit van Groningen met de inrichting van de Zernike-campus zijn naam definitief heeft gevestigd.
Share this post